In oktober vorig jaar publiceerde het Commissariaat voor de Media (CvdM) een onderzoek waaruit bleek dat de druk op de regionale media toeneemt. Het CvdM vroeg zich af welke consequenties de grotere druk op de regionale journalistiek zal hebben voor de kleur van onze informatievoorziening. Onder meer Nieuwsuur besteedde aandacht aan het onderwerp. Regionale kranten verliezen op grote schaal abonnees, redacties krimpen en gratis huis-aan-huis-bladen hebben ook nauwelijks tijd om de lokale politiek goed te volgen. Betrokkenen waarschuwen voor de teloorgang van de lokale journalistiek.
Op de dag voor de gemeenteraadsverkiezingen presenteerde TNS-Nipo een ander belangwekkend onderzoek dat een lans breekt voor lokale media. Politici overschatten het gebruik van sociale media door kiezers als bron voor politieke informatie. Huis-aan-huiskranten staan met stip op één als politieke informatiebron, terwijl sociale media ofwel een klein bereik hebben, ofwel nauwelijks over (lokale) politiek gaan.
Het combineren van die onderzoeken werpt – zeker in het licht van de verkiezingsuitslagen – enkele vragen op.
Als lokale kranten inderdaad zich journalistiek te veel zouden laten leiden door de hand die hen voedt, waarom hebben lokale partijen dan zo veel gewonnen ten koste van de gevestigde partijen? Was het dan niet logischer geweest als zittende partijen minstens evenveel stemmen hadden gekregen als vier jaar geleden?
En hoe belangrijk is eigenlijk die politiek inhoudelijke informatie voor kiezers? Stemmen mensen wel op basis van inhoudelijke informatie? Alexander Pechtold zei in zijn overwinningsspeech kort dat zijn D66 tijdens deze campagne het best was geweest in de sociale media. Misschien had hij daar gelijk in, daarvan heb ik nog geen analyse gezien. Uit het onderzoek van TNS-Nipo blijkt dat kiezers niet per se verwachten dat politici politieke standpunten delen in de sociale media, maar uit het onderzoek blijkt niet hoe de invloed is van de aanwezigheid van politici op die sociale media. Ongetwijfeld helpt dat bij de beeldvorming van kiezers, al zal het lastig onderzoeken zijn of mensen misschien stemmen op een raadslid ‘omdat hij zulke leuke foto’s op Facebook post’. Niet echt een politiek correct antwoord in een enquête.
Misschien doet een kiezer geen genuanceerde politieke standpunten op via Facebook, Twitter, Instagram en LinkedIn, maar deze media maken wel dat politieke gezichten vertrouwd worden. Je ziet wat een raadslid doet, wat hem of haar beweegt. Hij komt dichterbij. Misschien is het ‘dichtbij voelen’ wel doorslaggevender dan een aansprekend politiek standpunt. Het zou zeker de winst van lokale partijen verklaren.